zondag 27 februari 2011

Gastblog voor www.ditismarsmania.nl

Wanneer wordt een vage bekende een kennis? En wanneer een kennis een vriend? Met elk van de mensen die reageert op mijn boek Borderline van binnen voel ik een grote verwantschap. Alsof het goede bekenden zijn. Met Marieke ben ik gaan mailen – we kennen elkaar een klein beetje en de verwantschap groeit. Samen hebben we ook nog een doel, wat de band nog wat aantrekt… We zien wel wat de toekomst brengt, en welke grenzen er in het verschiet liggen!
Vandaag zeg ik: ik ben trots. Ik mag een gastblog schrijven!


Ik ben herstellende. Ik ben herstellende van het grootste en langste en diepste dal uit mijn leven. Dat wil wat zeggen in het leven van iemand die al negen jaar met borderlineproblematiek worstelt. Maar nu… ik ben al weken stabiel! Ik heb al weken nauwelijks hoofdpijn! Ik treed al een paar weken het leven tegemoet met hooguit ‘hier en daar een bui’ – slechts een enkele emotionele overspoeling trof me…
15 oktober 2010 was het dieptepunt in mijn leven. Een zelfmoordpoging. Vanaf dat punt is het herstel begonnen. Toch werd ik half december weer opgenomen omdat ik zwaar suïcidaal was. Vanaf dat punt is het herstel begonnen. Toch sneed ik 11 januari nog diep in mijn armen. Vanaf dat punt is het herstel begonnen.
Stel, ik krijg morgen een terugslag. Een flinke terugslag. Is er dan nog sprake van herstel? Of ben ik dan weer in het dal? Wanneer is een terugslag opnieuw een ziek-zijn, en wanneer is een beter-zijn weer een ziek-zijn?
Ik ben iemand die dat soort dingen graag kadert. Gewoon de dingen laten zijn zoals ze zijn vind ik beremoeilijk. Hoewel dát nou net de kern is van het herstel dat ik beschrijf. De dingen laten zijn zonder ze op 27 niveaus te overdenken. Pauze nemen van het leven door gewoon op de bank te zitten en niks te doen. Hardlopen om het hoofd leeg te maken en dan dat hoofd bij thuiskomst niet meteen weer vullen met 1000 dingen. Op de boerderij twee meter land omspitten om elk botje in je benen te voelen, zonder na te denken over blessures. Zijn – vanuit de mantra ‘ik mag er zijn zonder voorwaarden, zonder piekers, zonder bedenkingen’.
Zonder verantwoordelijkheden, zonder werk, zonder verplichtingen, dat ook. Maar dat heb ik er voor over. Laat mij maar even zijn.